Mest uit noorden op akkers in zuiden

Naast het Proefcentrum voor Fruitteelt in Kerkom is maandag een mestsilo van 3.700 m³ in gebruik genomen. De dierlijke mest komt uit het noorden van Limburg en zal uitgereden worden op de akkers in het zuiden, waardoor er minder kunstmest nodig is.

Zeven akkerbouwers en twaalf veehouders hebben samen met het Proef- en Vormingscentrum Landbouw en de PIBO-campus de coöperatie Limcomest opgericht om dit project op te starten. Zij staan in voor de uitbating van de silo. De provincie financierde het project.

Kunstmest

“In Limburg kan je ongeveer twee landbouwstreken onderscheiden: in het noorden vinden we vooral gespecialiseerde veehouderij, terwijl het zuiden gekenmerkt wordt door akkerbouw en fruitteelt”, zegt Inge Moors, (CD&V) gedeputeerde voor Landbouw en Plattelandsbeleid. “We stelden echter vast dat het ontbreken van de exacte mestsamenstelling en de onzekere beschikbaarheid ervoor zorgden dat akkerbouwers meer kunstmest gingen gebruiken. Het was dus nodig om vraag en aanbod beter op mekaar af te stemmen.” Om de Limburgse land- en tuinbouw duurzamer te maken, zoals in SALK2 werd vooropgesteld, trok de provincie daarom 565.000 euro, grotendeels SALK-geld, uit voor dit project.

Kwaliteitsgarantie

Zowat 30.000 ton dierlijke mest van de veehouderij in het noorden zal nu gebruikt worden als grondstof voor de akkerbouw in het zuiden. Uit een bevraging bij akkerbouwers bleek dat de vraag en interesse naar mest het grootst was in Gingelom, Sint-Truiden, Heers en Tongeren. “We verzekeren de afzet van mest met kwaliteitsgarantie, wat een belangrijk toekomstperspectief biedt voor onze Limburgse veehouderij”, aldus Moors. De nieuwe mestsilo staat op een terrein van pcfruit vzw dat de provincie Limburg in concessie heeft. “Dankzij de mestsilo hebben akkerbouwers in Zuid-Limburg toegang tot dierlijke mest met een homogene en gekende samenstelling om exact hun nutriëntenbehoefte in te vullen en kunnen ze het gebruik

van kunstmest beperken. Op jaarbasis zullen 22.000 eenheden stikstof uit dierlijke mest in plaats van uit kunstmest gebruikt worden”, besluit Moors.