Overslaan en naar de inhoud gaan

Na jaren en miljoenen investeren opent hotel in Kasteel van Ordingen

Met Video
door Jozef Croughs
datum18/11/2019
geenreactie

Vijf jaar zou de restauratie duren, het werden er eenentwintig. Het kasteel van Ordingen is het halve levenswerk geworden van kasteelheer Richard Sleurs (73). Op 1 februari 2020 opent het hotel met 34 suites en kamers die zijn ingericht door meesterdecorateur Pieter Porters.

Wie de kasteelpoort van Ordingen openzwaait wordt er warm en gastvrij ontvangen door Richard Sleurs (73) en Miet Thijs (74), die net vijftig jaar getrouwd zijn. Geen stijve bedoening of gewichtigdoenerij, maar hartelijk en met beide voeten op de grond. “Wij zijn niet van adel en houden ook niet van veel tralala. Wij zijn nuchtere mensen met gezond boerenverstand”, lacht Richard Sleurs met roots in Bocholt.

Het kasteel heeft opnieuw een linkervleugel, een oprijlaan en een slotgracht. Wie voorbij de poort wandelt, raakt ook meteen onder de indruk van hoe heden en verleden hier zijn verzoend. Toch had dit ook helemaal anders kunnen uitdraaien. In 1962 werd het kasteel volgens Richard om zeep geholpen door een Antwerpse maatschappij.

“De toenmalige eigenaar wilde het verkopen aan de provincie, maar gouverneur Louis Roppe zei al snel in die oude rommel, gaan we geen geld investeren, en dus werd het door een Antwerpse maatschappij aangekocht. De slotgracht werd dichtgegooid. De 150 verschillende bomen, die het prachtige kasteelpark sierden, werden gerooid. En het domein werd verkaveld tot bouwgrond. De huizen hier aan de achterzijde van het domein, zijn daar nog de getuigen van. Een antiquair heeft vervolgens heel de inboedel geplunderd tot de waardevolle ornamenten toe. Kortom, het kasteel was klaar voor de sloophamer. De toenmalige bewoners van het poorthuis hebben de bulldozers tegengehouden. Anders was er vandaag geen spoor meer van terug te vinden.”

Zot verklaard

Sinds 1997 mag Richard zich de kasteelheer noemen van de eeuwenoude commanderij van Ordingen. Hij kocht de lapjes grond weer op en het domein is nu opnieuw 13 hectare groot. “Het was een ware ruïne. De bovenste kamers waren vergeven van de duivenstront, wel een halve meter dik. De badkamer had jarenlang dienst gedaan als onderkomen voor twee Deense doggen. Ik denk dat ik daar geen tekening bij hoef te maken. De grond onder de toren zakte weg, waardoor we een eigen scheve toren van Pisa cadeau kregen.”

Wat bezielt dan iemand om er zijn spaargeld in te steken? “Ik zocht iets waar nog wat werk aan was en het gebouw moest ook een eigen geschiedenis hebben. Ik had gerekend op vijf jaar, maar het zijn er eenentwintig geworden. Dik misteld dus”, lacht hij. “Een uit de hand gelopen hobby, zo is het gegaan”, treedt echtgenote Miet hem bij. “Ze hebben hem af en toe zot verklaard, maar we hebben het eerst en vooral voor onze dochter Chantal gedaan. Zij had hotelschool gevolgd en droomde van een eigen hotel en restaurant. Maar toen kwam ze de liefde tegen in Zwitserland en heeft ze zich daar gesetteld.”

Steenkoolbaron

Met de geschiedenis van het kasteel zit het wel goed. “Die gaat terug tot in 1040”, weet Richard. “Oorspronkelijk was het een waterburcht met drie torens. Het deed dienst als wachtpost op de grens van het graafschap Loon. In 1467 werd het verwoest tijdens de slag van Brustem, maar heropgebouwd door de adellijke familie de Horion. In het begin van de 17de eeuw werden de gebouwen verkocht aan de Duitse Orde, die er een bijgebouw van de landcommanderij van Alden Biesen van maakten.”

De bekendste bewoners van het kasteel op de oever van de Melsterbeek is de familie de Pitteurs-Hiégaerts. Charles Lambert Balthazar de Pitteurs-Hiégaerts, een rijke steenkoolbaron, kocht het begin 19de eeuw. Zijn derde zoon Léon Charles, die burgemeester van Ordingen werd, liet het kasteel verbouwen tot zijn huidige vorm, een gebouw in neorenaissancestijl.

Station Leuven

Opgeven staat niet in het woordenboek van Richard. “Als ik ergens aan begin, dan wil ik het ook afmaken. Het is een echte passie geworden. Door mijn verleden ben ik thuis in het bouwen en verbouwen. En maar goed ook, anders loop je het risico dat aannemers je in de maling nemen. In het begin heb ik vakmensen naar hier laten komen. Door goed te kijken, heb ik veel bijgeleerd.”

“Vooral de zoektocht naar de juiste materialen en ornamenten is erg plezierig. Zo komt de omheining van het station van Leuven en heb ik ook een oude brugleuning van de spoorweg in Lanaken op de kop kunnen tikken.” Echtgenote Miet moet er om lachen. “We gingen op vakantie maar in plaats van te rusten, hebben we elk kasteeltje in Frankrijk gezien.”

Kroonjuweel is toch wel de linkervleugel van het kasteel. Die werd tijdens de Tweede Wereldoorlog platgebombardeerd en door Richard heropgebouwd. “De Duitsers hebben de bakstenen gebruikt om in Brustem het vliegveld verder aan te leggen. Maar de blauwe steen, daar konden ze niets mee doen. Die hebben we tijdens graafwerken teruggevonden in de dichtgegooide slotgracht. Op basis van oude foto’s zijn we de bakstenen en de leistenen op het dak gaan tellen om zo een plan op ware grootte te kunnen tekenen. Ook de slotgracht werd in ere hersteld.”

Ford Transit

Het kasteel is intussen zijn half levenswerk geworden, die andere helft heeft zich in zijn Balens bedrijf Metaalconstructies Sleurs afgespeeld. “Met ons bedrijf hebben we lasovens gebouwd voor Philips en waren we actief voor de vier grote autoconstructeurs in België. Voor Ford in Genk hebben we met onze joint venture in Automotive Service Group onder meer de nieuwe chassislijn voor de Ford Transit gebouwd en de conveyor die de fabriek verbond met de toeleveranciers.”

Zoon Koen zag het niet zitten om het bedrijf over te nemen, en dus werd het tien jaar geleden verkocht. Drie jaar na de overname ging het constructiebedrijf failliet. “Wat me vooral pijn deed, was dat ik niets kon doen voor de 150 mensen die er werkten. Dat faillissement heeft me persoonlijk erg geraakt. Onze zoon heeft nu een hekwerkbedrijf en is gelukkig. Dat is voor mij het belangrijkste.”

Hotel-restaurant

Op 1 februari 2020 zal het hotel en gastronomisch restaurant met Belgisch-Franse keuken officieel de kasteelpoort openen. Richard en Miet zullen het hotel en restaurant zelf uitbaten samen met manager Egide Cordie. “Maar uiteraard draait een hotel en restaurant niet vanzelf, wij zijn nog op zoek naar extra personeel. Kandidaten kunnen zich melden via de website van het kasteel. Vanaf 1 februari kan je hier komen overnachten. Een tweepersoonskamer kan je boeken vanaf 150 euro per nacht. Wie zolang niet kan wachten kan ook op 31 december de overgang van oud naar nieuw komen vieren met een gastronomisch diner of op nieuwjaarsdag komen brunchen.”

De 34 suites, appartementen en kamers zijn verdeeld over drie gebouwen. Elke kamer is ingericht door de vermaarde meesterdecorateur Pieter Porters. “We hebben drie binnenhuisarchitecten over de vloer gehad die ons platsloegen met twintig soorten stoelen en een boek vol behangstalen. Maar dat zocht ik niet. Ik verwacht dat iemand die de inrichting doet, daar zelf een visie over heeft. En zo zijn we bij Pieter Porters terechtgekomen.”

Twee jaar heeft de Maasmechelaar aan de kamers gewerkt. “Eerst maakte hij foto’s van de kamers, om dan de voornaamste meubels en de locatie van de stopcontacten te bepalen. Vervolgens ging ik op zoek naar die meubels, tot in Engeland toe. En dan volgt de aankleding. Met drie vrachtwagens reden ze het binnenplein op. Tjokvol decoratie. Iets plaatsen, terug verplaatsen, tot het plaatje volledig klopt.”  “Daar hangt natuurlijk ook een prijs aan vast”, zegt echtgenote Miet. “Het is één stijl, maar toch in elke kamer net iets anders. En dat met respect voor het kasteel als monument. Je kan hier toch maar moeilijk meubels uit de Ikea plaatsen.”

Peulschil

In het krantenarchief vinden we het verslag terug van de openbare verkoop in maart 1996. Die trok vooral veel kijklustigen, maar weinig echte kandidaat-kopers. De toenmalige eigenaar had een vraagprijs van 35 miljoen Belgische frank. Er kwam één bod van 10,1 miljoen frank. De kasteeldeur bleef dus op slot. Tot begin 1997 Richard Sleurs eigenaar werd. Wie vandaag rondkijkt, ziet dat de restauratie miljoenen heeft gekost. Toen werden ze op een voorzichtige 100 miljoen frank geraamd. “Maar als je nu het echte prijskaartje ziet, dan val je achterover. In vergelijking met dat bedrag, was de aankoop destijds een peulschil. Dat krijg je nooit meer terugbetaald. Maar dat moet ook niet, het is dan ook ons levenswerk.”

En dat zonder één euro subsidie van de overheid. “Als er iets is wat we hebben geleerd, dan is het dat je als privé-eigenaar veel moeite moet doen om vooruit te raken met de restauratie van een geklasseerd gebouw. Op dat vlak hebben we weinig richting of medewerking gekregen.”

Zelf wonen ze al twaalf jaar in het poorthuis. “Als het me hier straks te druk wordt, verhuis ik desnoods naar mijn werkcontainer. Maar je krijgt mij hier niet meer weg”, lacht Richard.

Meer info: http://kasteelvanordingen.be/

© Miranda Gijsen/Jozef Croughs

 

Stad / Gemeente

Reageer op dit bericht

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.